In voor- en tegenspoed

Lees hier de wekelijkse column van burgemeester Tanja Haseloop - Amsing.

Vorige week ging het hier over de liefde. De liefde tussen mensen. Maar, en dat weet u misschien al, ik houd ook heel erg van dieren. Natuurlijk van honden, maar wij hadden ook cavia’s, konijnen, katten, een parkiet en zelfs een door de kinderen gevonden ekster en kraai. Voor mij staat in ieder geval als een paal boven water dat, wat voor dieren je ook ‘op je hals haalt’,  je er ook goed voor zorgt.

Als je er voor kiest een hond te nemen moet je er mee uit, ruim je de poep op, zorg je voor goed en genoeg eten en drinken en ga je er mee naar de dierenarts als dat nodig is. En zo is het ook als je één of meer poezen hebt, of koeien, kippen of vogels. Zorgen voor, en houden van, stopt natuurlijk niet als het even tegenzit. Bij vakantie, ziekte of ouderdom. Dat geldt voor ons mensen, maar natuurlijk ook voor hoe we dat met onze dieren doen. Juist als ze ziek of oud zijn is aandacht en zorg zo belangrijk. Zelf vind ik dit alleen maar logisch en kan ik me maar moeilijk voorstellen dat je er anders mee omgaat. Maar nog niet zo lang geleden werden we op een onplezierige manier met ons neus op de feiten gedrukt.

We wandelden op een zondagmiddag in het bos en kwamen bij een plek waar het verschrikkelijk stonk. De hond trok aan de lijn en we zagen een kuil. In de kuil lag een aangevreten vuilniszak. Door het gat in de zak zag ik een groen fleece dekentje. En dan gaan bij mij alle alarmbellen rinkelen. Wat zit er in? Aan de buitenkant was het niet te zien en je gedachten gaan alle kanten op. Er kan een dood dier inzitten, of… wat als het geen dier is? We hebben de politie gebeld. We wilden zeker weten dat we later geen spijt zouden krijgen omdat we doorgelopen waren. Toen de politie er was werd de zak opengemaakt. In de groene deken zat nog een dekentje. Er was dus goed gezorgd voor dat wat in de deken zat. Het bleek een konijn te zijn. Gelukkig. En toch, ook weer niet. Natuurlijk bleek uit de manier waarop het konijn ingepakt was dat er zorg aan was geschonken. Ingepakt in dekens en plastic, een half gegraven grafje. Ja, we konden, achteraf, zien dat het met liefde was gedaan. Dat iemand de moeite had genomen om dit konijn naar het bos te brengen. Maar het is natuurlijk niet de bedoeling.

Maar hoe zorg je dan na het overlijden ook goed voor je dier? Eerlijk is eerlijk, ik wist het ook niet precies. Daarom heb ik het even opgezocht op de website van de gemeente. Als het om een niet al te groot dier gaat, zoals bij dit konijn, mag je je dode dier op eigen grond begraven. Dat mag, maar het hoeft natuurlijk niet. En het kan natuurlijk ook niet altijd. Kies je hier wel voor, doe het diertje dan niet in plastic maar in iets dat afbreekbaar is. Een kartonnen doos bijvoorbeeld. Je kunt natuurlijk ook de keuze maken om het diertje naar de dierenarts te brengen en te laten cremeren. Maar je gooit het niet ‘zomaar’ in de container of in het bos! Al is het maar om andere mensen niet met de nazorg op te schepen.

Lieve mensen, laten we goed voor elkaar blijven zorgen. Voor de mensen én de dieren om ons heen. In voor- en tegenspoed.

Tanja Haseloop – Amsing
burgemeester