Column: Verhalen en sprookjes
Lees hier de column van 21 januari 2025.
Lezen, ik vind het heerlijk. Voor mij is dit het ultieme gevoel van ontspanning. Even wegdromen in een verhaal. Het maakt dat je even in een hele andere wereld bent. En als ik eenmaal ‘in een verhaal zit’ kan ik het boek bijna niet wegleggen. Dan sta ik te koken met in de ene hand een pollepel en in de andere hand het boek, of kijk ik televisie met het boek op schoot. Toch neem ik er te weinig de tijd voor, er is altijd wel iets te doen. Het werk gaat via de pc en tablet gewoon mee naar huis en lezen wordt, als je niet uitkijkt, steeds meer een activiteit voor in de vakantie. Dat is jammer, want lezen is heel goed voor je.
Lezen vergroot de woordenschat en fantasie, verbetert de concentratie en slaap en zeker voor kinderen geldt: het geeft ontspanning. Tenminste als het boek niet te spannend is… Ik weet nog goed hoe ik op de lagere school boeken uitzocht in de Bibliobus die voor school stopte. Met een nieuwe schat naar huis en dan ’s avonds stiekem lezen, met een zaklantaarn onder de dekens. Soms was het verhaal zo spannend dat ik niet kon slapen als het boek nog niet uit was. De avonturen van ‘de Vijf’ en de streken van Sietse en Hielke van de Kameleon, de boeken van Jan Terlouw, Thea Beckman en Roald Dahl. Heerlijk!
Toch lezen er steeds minder kinderen, ze beleven er minder plezier aan. Daarmee gaat de leesvaardigheid naar beneden. Er is altijd wel iets anders te doen. Iets snellers, prikkelenders. Of iets dat meer entertainment geeft, zoals social media met allerlei leuke filmpjes. Dus hoe kunnen we er met elkaar voor zorgen dat lezen wel leuk wordt en blijft? Dat vraagt wat van ons als overheid, als gemeente. En ook iets van ouders, verzorgers, opa’s, oma’s. Van school en van het kinderdagverblijf.
Uit onderzoek blijkt dat lezen slimmer maakt. Het kennen van (de) taal maakt ook dat je makkelijker mee kunt doen. Mee kunt denken, praten en beslissen. Het maakt dat we ons beter verstaanbaar kunnen maken en we kunnen zeggen wat we vinden. Een mooi voorbeeld was vorige week, toen ik twee meiden van 7 jaar mocht ontvangen op het gemeentehuis. Zij hadden mij een brief geschreven over een aantal dingen die ze in hun omgeving graag anders zagen. Natuurlijk heb ik ze uitgenodigd om hier verder over te praten. Het was heel leuk en goed om het er samen over te hebben. En ik ben blij dat zij weten dat hun mening en woorden ertoe doen. Iets wat ik alle kinderen gun.
Al voordat je zelf kunt lezen is het belangrijk om met boeken in aanraking te komen, dat begint al met de ‘voel’ boekjes voor baby’s. En natuurlijk voorlezen. Wie kent niet de prentenboekjes met dieren waardoor we peuters leren wat een koe zegt? Maar ook als kinderen al wel zelf lezen is het goed om te blijven voorlezen. Deze week zijn het de Nationale Voorleesdagen. Ik vind het heel leuk dat ik aanstaande donderdag mag voorlezen op de Regenboogschool. En wethouder Liesbeth Vos leest vrijdag voor in de Bibliotheek in Oldebroek. Het is en blijft geweldig om samen met kinderen avonturen te beleven die in een boek beschreven staan. Samen reizen naar verre oorden en andere tijden, ook gewoon vanaf je eigen bank. Naast de Nationale Voorleesdagen zijn er jaarlijks meer activiteiten die in het teken staan van lezen, bijvoorbeeld de Kinderboekenweek en de Nationale Voorleeswedstrijd.
Wist u dat alle kinderen t/m 17 jaar gratis lid kunnen worden van de Bibliotheek? Boeken hoef je dus niet altijd te kopen. Naast gratis lenen bij de Bieb, staan ook bij kringloopwinkels heel veel boeken. Meestal voor € 0,50 cent of een euro. Heel leuk om eens tussen te kijken, ook voor jezelf! Deze Nationale Voorleesdagen zijn voor mij een mooie aanleiding om weer eens in de kinderboeken te duiken. Wat ga ik voorlezen? Ik denk een gedicht van Annie M.G. Schmidt, bijvoorbeeld ‘De koning op de step’ en misschien iets uit Oorlogswinter van Terlouw voor de hoogste groepen. Verhalen en sprookjes, het verveelt nooit!
Tanja Haseloop – Amsing
burgemeester